Elke klassiekerliefhebber moet dit jaar minstens één verhaal over het prototype met maar één koplamp gelezen hebben, inclusief het verhaal dat dat exemplaar al tijdens de eerste nachtelijke rit een aanvaring kreeg met iemand die dacht dat het een motorfiets was die hem tegemoet kwam.
En nu zijn er al die perfect gerestaureerde exemplaren, de verhalen van hun trotse eigenaars, de verhalen uit hun jeugd, toen er voor studenten maar een paar vervoermiddelen betaalbaar waren: het openbaar vervoer, een fiets, een Harley-Davidson ‘Liberator’ of… een Lelijke Eend. De Citroën 2CV is een Lifestyle machine geworden. Of dat nu leuk is of niet.
A working class hero
Zo’n Eend kostte iets van 100 gulden en je zag ze regelmatig in Tros Kieskeurigs ‘Het wrak van de weg’, een programma uit de tijd voor de APK waarbij een consument centraal stond die een zoveelstehands auto had gekocht die niet voldeed aan de meest basale eisen. Het onderwerp eindigde doorgaans met het vernietigen van de auto in kwestie. In de huidige optiek waren dat natuurlijk waanzinnige tijden. Ruitenwissers die door de bijrijder met twee touwtjes heen en weer gingen, ritten naar Zuid Frankrijk in een bestel eend met doorhangend chassis die als camper diende. Een Eend die voor serieus verhuiswerk werd ingezet. Een Citroën 2CV die over een bult in de weg fladderde en waarvan bij de landing het hele voorchassis afbrak, zodat de voorste inzittenden met de hakken over de weg schraapten. Een HTS’er die zijn Eend had voorzien van een GSA viercilinder waardoor de scharrig uitziende AK’tje opeens – tot verrassing van alle andere weggebruikers – meer dan 120 km/u snel was. Toen hij werd aangehouden had de politieagent die dat deed twee vragen: “Wat heb je in hemelsnaam met dat ding gedaan?” en “Mag ik er een rondje in rijden?”
Tegenwoordig zijn ze waanzinnig duur
In een tijd dat voor een topgerestaureerde Citroën 2CV zomaar € 20.000 gevraagd kan worden is het vertederend dat er nog echte Eendenliefhebbers zijn die hun dappere vierwielers zien waarvoor ze ooit bedoeld zijn: als ongecompliceerde gebruiksvoorwerpen. De basis van zulke auto’s is tegenwoordig minder makkelijk te vinden, maar rondkijken in de vakantie in Frankrijk kan helpen. We zagen er ook dit jaar weer een paar te koop staan, terwijl we niet eens op zoek waren. De Citroëns zijn nooit gemaakt voor de eeuwigheid of als statusdrager. Ze waren zo gemaakt dat elke dorpsgaragist of technisch maar een beetje onderlegde boer het ding rijdend kon houden. De structurele uitwisselbaarheid van onderdelen over de tientallen jaren heen hielp daar stevig aan mee. En aan het eind van een lang en zwaar leven werden ze dan gewoon achtergelaten. Zelfs ondanks het Europese ‘ruimbeleid’ liggen er in de zuidelijker landen nog steeds kadavers van dooie eenden. Maar voor overlevende exemplaren zijn alle onderdelen nog gewoon, ruimschoots en tegen prettige prijzen te koop. Op een Citroën evenement zagen we zelfs een Citroën 2CV die 100% uit nieuwe onderdelen was opgebouwd.
Old school Eenden
Maar met dit verhaal willen we eer bewijzen aan de generaties Eenden uit de tijd dat de 60’ers van nu nog studenten waren. En het mooie is dat de auto’s ter zaliger nagedachtenis zijn van de studentenauto’s die de eigenaars in hun jeugd reden. En rijden? Dat doen ze er nog steeds mee. En niet te weinig ook.
De originaliteit
Net als onder veel klassiekereigenaren is dat ook onder Eendenliefhebbers best een dingetje. Temeer omdat ‘originaliteit’ haalbaar is. Alle documentatie is er, de spullen zijn er, de kennis is er. En het is natuurlijk fantastisch dat zo’n ‘oprijden & weggooien’ object als een Citroën 2CV voor de mensheid in ongeschonden vorm behouden blijft. Maar de essentie achter de Citroën 2CV maakt het ook heel acceptabel om ‘maar wat te doen’ zolang het leuk is of de auto ‘beter’ maakt. De transplantatie van een Amiblok valt daaronder, net als de semigeniale deksels met louvres om de motorruimte koeler te houden. En dat ‘Magirus sluitingen’ daarbij moeten garanderen dat de motorkap niet wegvliegt? Dat valt onder hetzelfde unieke denken dat ervoor zorgt dat een elastiek van een fietsbagagedrager ervoor zorgt dat het (half) opgerolde dakje niet gaat klapperen. Dat maakt het rijden met open dak zoveel rustiger!
20k+ euro voor een topklasse 2CV. Bij Ruyl staan ze (die Eenden) voor je in de rij.
Krankzinnige bedragen, gegeven dat diezelfde Eenden, onthoofd van hun volledige carrosserie en omgebouwd naar LPG, in mijn voormalige zweefvliegclub dienden voor basale taken als grondtransport.
Voornoemde club had tevens een VW T1 in gebruik als ‘verkeerstoren’. Daarna afgedankt.
Ach, als je alles van tevoren wist. Dan had iedereen dat gedaan en was er ook geen lol meer aan.
Dat van de HTSA-er met Eend en GSA motor kan ik me niet heugen, wèl een vierdejaars student die een Visa-boxer in zijn Eend gelepeld had.
Daar is met hulp van docenten de originele Eend versnellingsbak achter gezet, want de prise-as moest worden aangepast.
Die motor is geen upgrade van de 602cc Eend-boxer zoals sommigen denken, eerder een halve GS-motor.
De dikkere krukas maakt toerendraaien beter te doen dan met een Eend-motor…het karretje deed moeiteloos 150 km/u (op de klok).
Neemt niet weg natuurlijk dat er ongetwijfeld Eenden zijn (geweest) met een viercilinder boxer uit de GS-reeks..
Bedankt voor je aanvulling!
Die 150 staat niet meer op de teller maar de naald verdwijnt eerst en wordt dan even later ergens in de voltmeter weer zichtbaar.
Dit jaar op het wereldtreffen in Croatie waren ook enkelen met dergelijke verhalen.
Onze 602 cc is redelijk gezond en gaat wel iets door de 120 maar dan houdt het op de vlakke weg wel op.
De waardering voor de techniek groeit naar mate je er meer aan sleutelt. Ik ben meer van volvo (amazone en P1800) maar de hobby van mijn vrouw is ook de mijne geworden. En je kunt er probleemloos ver mee van huis.