Andersson-Stone. Eénmalig duo, Monte-Carlo winnaars van 1971

Auto Motor Klassiek » Artikelen » Andersson-Stone. Eénmalig duo, Monte-Carlo winnaars van 1971
Automatische concepten

Het is alweer een tijdje terug dat wij u in meerdere bedrijven meenamen naar de historie van Toyota in de WRC. Of liever gezegd: naar de vergeten rallyoverwinningen en successen. Onder leiding van de legendarische Ove Andersson werd Toyota heel groot in de autosport. De totstandkoming van het verbond tussen de Zweed en Toyota kent een bijzondere oorsprong. En daarvoor gaan we terug naar de Rallye Automobiles de Monte-Carlo van 1971.

Tijdens het seizoen 1971 was Alpine-Renault de glorieuze winnaar geworden van de International Manufacturers Championship. Dat was niet in het laatst te danken aan de presaties van Ove Andersson. Hij won dat seizoen- in dienst van Alpine-Renault liefst vier rally’s binnen het International Manufacturers Championship van 1971. De IMC was overigens de voorloper van de WRC, die in 1973 startte.

Andersson won tijdens het seizoen 1971 de Akropolisrally en de Österreichische Alpenfahrt met Arne Hertz. Met co-piloot Tony Nash won hij de Rally d’Italia (San Remo- Sestriere). Dat gebeurde in een witte Alpine, die gesponsord was door de Paus. De band tussen Andersson en het Vaticaan stamde nog uit de jaren zestig, toen de Zweed onder meer voor Lancia reed. Daar dankte hij zijn naam Paven ook aan. De eerste zege van dat jaar boekte de Zweed in de Rallye Automobiles de Monte Carlo. De co-piloot was de Brit David Stone. Hij stond op het punt om afscheid te nemen van de rallywereld. Maar hij wilde nog één huzarenstukje aan zijn mooie co-pilotenpalmares toevoegen: winst in één van de oudste en beroemdste rally’s ter wereld.

De 1971 editie van deze illustere rally staat nog altijd bekend als de wedloop waarbij de weergoden echt het uiterste vergden van de deelnemende equipes. In de aanloop naar de wedstrijd vielen grote hoeveelheden sneeuw, en wel zodanig dat sommige passen werden afgesloten. Tijdens de klassementsproeven waren zijn wel open. Tijdens de rally werden alle coureurs getrakteerd op de meest uiteenlopende weersomstandigheden. En dat had tot gevolg, dat de equipes en de ondersteuningsteams regelmatig verkeerde bandenkeuzes maakten. En dat was een extra handicap tijdens de “Monte” van 1971. Dat bleek ook, want slechts 30 van de 248 equipes haalden de eindstreep in het Prinsendom.


Minder bekend is dat de winnende equipe de opmaat was naar een uitermate boeiende en indrukwekkende periode in de rallyhistorie. De winnaars reden slechts één keer een wedstrijd samen. Ove Andersson noemden wij al. De co-piloot van Equipe 28 was de Brit David Stone. Hij kende Ove Andersson, maar reed tot maart 1971 geen wedstrijd samen met de Zweed. De beide piloten klikten uitstekend met elkaar. Het Zweeds-Britse duo dompelde rally minnend Frankrijk in mineur. De Fransen zetten in op een zege van de landgenoten Therier en Callewaert, die net als Andersson en Stone ook met de Alpine-Renault A110 1600 reden. Maar het Franse Alpine duo kwam ten opzichte van de winnende equipe veertig seconden tekort. En om de malheur te vergroten: het Zweedse duo Waldegard-Thorszelius pakte met de Porsche 914/6 plek drie. Bizar: zij behaalden exact dezelfde eindtijd als de Franse equipe Andruet-Vial (ook Alpine-Renault). Omdat de Zweden één klassementsproef meer wonnen dan de Fransen, eindigden zij als nummer drie.

Terug naar Andersson-Stone. Na Monte Carlo 1971 eindigde de éénmalige samenwerking. Maar de heren verloren elkaar niet uit het oog. Stone kreeg er bovendien lucht van dat Andersson in 1972 zijn eerste rally in een Toyota reed. Samen met de bekende navigator Arne Hertz reed hij dat jaar de BNU rally in Mozambique. Er was toen nog geen sprake van een contract met Toyota; Andersson reed op uitnodiging met de Celica.

Ondertussen was Toyota in Europa op zoek naar een rallypartner. De Japanners kozen er bewust voor om niet zelf een fabrieksteam te stichten. Zij gingen voor de unieke constructie waarbij een externe constructeur de rallyactiviteiten organiseerde en coördineerde. Via Eugène Paesmans kwam Toyota in contact gekomen met Holvoet Racing. Paesmans was heel belangrijk voor Toyota in België. Hij zorgde dat er een flinke delegatie vanuit Japan naar België kwam, ook om een rallydeal te beklinken. Maar de oude Holvoet bedankte vriendelijk voor de eer, tot verbijstering van het gezelschap uit het Land van de Rijzende Zon.

Benny Heuvinck, de Vlaamse Toyota-rallyarchivaris, vertelde ons daarover in 2020 een mooi staaltje geschiedenis en ontvouwde daarbij ook hoe Andersson in beeld kwam. “Het was niemand minder dan David Stone- de copiloot tijdens Monte Carlo 1971- die Andersson en Toyota Japan met elkaar in contact bracht om over een contract te praten. Die debatten waren legendarisch. Andersson sprak geen woord Japans. En de Toyota-afvaardiging was vergeten om een tolk te regelen. Beide partijen keken elkaar maar wat aan. Binnen vijf minuten was het contract rond.”

Datsun dong over ook nog naar de hand van Andersson, maar de Zweed koos voor Toyota. Beide partijen kwamen een contract overeen. Daarbij stelde Toyota twee rally-geprepareerde rode Celica’s én twee rechts gestuurde Corona servicewagens beschikbaar. De auto’s werden vanuit Japan naar Zweden gestuurd, met Japanse nummerplaten. Het officiële Toyota debuut van Andersson was tijdens de Britse RAC Rally van 1972. Met Geraint Phillips reed hij de Celica 1600 GT met 2T-G DOHC motor naar de negende plaats. Bovendien wordt het duo Andersson-Phillips klassenwinnaar.

Het vervolg is bekend. Ove Andersson verhuisde met zijn Andersson Motorsport vanuit het Zweedse Dannemora naar Lot in België, Daar legde hij met zijn team vanaf 1974 de basis gelegd voor de latere en steeds grotere successen van Toyota in de rallysport. Zowel individuele coureurs van naam en faam als de constructeur zelf vonden zich regelmatig op het podium terug. En vanaf de jaren negentig kroonden de coureurs en de constructeur zich onder leiding van Ove Andersson meerdere keren als wereldkampioen. Vandaag de dag hoort Toyota (nog steeds) onder de naam Toyota Gazoo Racing tot de toonaangevende constructeurs in de WRC. En die geschiedenis begon in 1971, toen een Zweeds-Brits duo één keer samen plaatsnam in een rallyauto, en prompt de 40e Monte Carlo rally won.

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

2 reacties

    • Nee, het was een 914-6. Heb het nog specifiek opgezocht. Waldegard won met zijn co-piloot in 1969 en 1970 de “Monte” met een 911 S. Hierna besloot Porsche om het geluk met de 914-6 (ook qua gewichtsverdeling) te beproeven. 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten