In 1968 maakt de Fiat 124 SportSpider zijn debuut binnen het internationale wedstrijdveld. De wedstrijdactiviteiten van Fiat bevinden zich in die jaren op een niveau waarbij private rijders hun auto door de fabrikant kunnen laten aanpassen. Ondanks die laagdrempeligheid herkent Fiat de wedstrijdpotentie van de bestaande concepten. Men pakt de zaken voortvarend aan. In 1972 resulteert het in het eerste hoogtepunt. Fiat’s huistuner Abarth zet zijn handtekening op de bijzonder potente Abarth 124 Rally, welke technisch voldoet aan de internationale ‘Group 4’ specificaties.
De 1756 cc motor uit de Fiat 132 vormt de eenvoudig aan te passen basismotor in deze voor rally-doeleinden geconstrueerde Fiat. In de standaardversie levert de motor in de Abarth 128 PK. Om bij de standaardmotor te blijven: 2 dubbele Weber 44IDF carburateurs zorgen voor een aansprekend mengsel.
De standaardversie snelt naar een top van 195 kilometer per uur en geeft een maximum koppel van 160 Nm die de toerengrage motor pas bij 5.200 toeren per minuut afgeeft. De verbrandingsgassen worden door een sportieve Abarth-uitlaat met dubbele uitgang afgevoerd. Ook het onderstel kent de nodige aanpassingen. Aan de achterzijde wordt de onafhankelijke Chapman ophanging toegepast, geinspireerd op het Mac Pherson systeem. Een mechanisch sper moet de aandrijfkrachten in goede banen leiden. Aan de voorzijde werden de dubbele wishbones toegerust met straalarmen.
Eigen gezicht
Met de toepassing van een hardtop met rolkooi (veiligheid en stijfheid) en aluminium deuren, polyester motorkap en -kofferdeksel (gewichtsbesparing) alsmede CD 30 velgen van magnesium wordt de carrosserie ook prestatierijp gemaakt. De typische jaren zeventig kleurtoepassing met matzwarte accenten geven de Abarth 124 Rally zijn eigen gezicht. Een aangepast interieur, sportieve kuipstoelen, een sportstuur, een bumperloos voor- en achtersteven en onafhankelijke wielophanging vóór en achter geven extra sportief cachet aan het klapstuk. De technische configuratie van de Abarth 124 Rally maken de sportieveling volgens journalisten en intimi overigens te bruut voor straatgebruik.
Grote successen in internationale rally’s
Door de aanvankelijke geplande productie van 400 stuks voldoet het SportSpider-icoon aan de homologatie-eis. Dat blijft niet zonder gevolgen. De Abarth 124 Rally wordt succesvol ingezet in de vermaarde internationale WRC rallies. In de seizoenen 1973, 1974 en 1975 behaalt het Fiat fabrieksteam met de “Abarth 124 Rally” een indrukwekkende tweede plaats in het overall klassement. De prestaties van Achim Warmbold, Rauno Aaltonen, Markku Alen, Rafaelle Pinto, Alcide Paganelli, Hannu Mikula en Maurizio Verini dragen bij aan de podiumplaatsen in die jaren.
Ook beklimt Fiat in die jaren de hoogste trede van het Europese podium. Tijdens die periode evolueert de voor wedstrijddoeleinden gebruikte Abarth 124 Rally. Voor het seizoen 1975 past de fabrikant voor wedstrijddoeleinden de krachtbron met 16 kleppen en een mechanische injectie van Kugelfischer toe. Hij genereert een vermogen van 210 PK. De vermogens van de eerdere wedstrijdversies lagen overigens ook al beduidend hoger ten opzichte van de straatversies.
Vervangen door een andere legende
Uiteindelijk wordt de Fiat Abarth 124 Rally vervangen door de legendarische Fiat 131 Abarth. In totaal wordt de Abarth versie van de Fiat 124 SportSpider tot en met de productiestop in 1975 in een oplage van 1.017 stuks gebouwd. Dertig ervan werden gereserveerd voor wedstrijd doeleinden, de rest werd via de dealers als ‘Stradaleversie” verkocht. Dat is bijzonder voor een auto, welke vooral met het oog op wedstrijdrijden werd ontwikkeld.
Ruim vier jaar geleden werd ik gestoken door de schorpioen die het Abarthlogo siert. Ik was “bezig aan” mijn tweede Grande Punto een fijne T-Jet. Ik was, getrokken door de Abarth achtergrond, in Noord-Holland beland waar ik naar een standaard Abarth Grande Punto ging kijken. Het werd ‘m niet.
Maar gestoken is gestoken en anderhalf jaar hierna kocht ik mijn Abarth GP in Esseesse uitvoering. Boeken aangeschaft over Abarth en diens nalatenschap.
Wàt een indrukwekkend verhaal, wàt een auto’s, wàt een geschiedenis. Ik kom er niet één. twee, drie uit of Abarth zelf nog met de 124 is bezig geweest, want in ’71 kocht FIAT Abarth op waarbij de race tak naar Osella ging.
De 124 is trouwens ontworpen door Tom Tjaarda, een Amerikaan met een Nederlandse vader, toen in dienst van Pininfarina.